Vier oogjes
Het zit zo. Zodra ik aan het tekenen sla, moet ik met twee paar ogen kijken. Eén paar ziet het vel tekenpapier met de blik van de tekenaar. Welke techniek, welke vlakverdeling? Hoe groot? Kleur of zwart-wit? Hoe breng ik mijn boodschap zo duidelijk mogelijk over? Ik kijk dan met de ogen van de zender.
En intussen…
Duobaan
Het is niet anders: terwijl ik teken als een tekenaar, moet ik kijken als degene(n) voor wie de tekening bedoeld is. Als ik dat niet doe, is de kans groot dat ik iets aflever wat ik zelf ontzettend duidelijk vind, terwijl mijn klant er geen touw aan vast kan knopen. Want het misverstand ligt altijd op de loer.
Kortom: tekenen is een duobaan. Daarom heb ik dus dat mannetje op mijn schouder. Ik heb hem gewoon in dienst genomen.